IMG_8513.jpeg

 Ik heb me meermaals verbaasd over vogels. Dat ze holle botten hebben en geen tanden omdat ze anders veel te zwaar zouden zijn om te vliegen, maar dat bedoel ik niet. Ik bedoel: hoe vlieg je op topsnelheid een struik of een volle boomkroon in zonder je hoofd te stoten? Dat is net zoiets als vol gas geven op een Aprilia-scooter in een fietsenhok van een middelbare school in een middelgrote provinciestad als Woerden om tien over tien in de ochtend. 

Al jarenlang stroom ik daarom over van respect voor vogels. Hoofdschuddend kijk ik ze na, vooral de allerkleinste, want die zoeven nog veel sneller dan dikke duiven het struikgewas in. En weer uit. Ongeschonden. Tot ik gisteravond de hond uit ging laten en een doffe tok hoorde. Bij bepaalde ongelukken weet je direct aan het geluid al de mate van oei. Dit was een hoge mate van oei, want zacht weefsel op hard staal naar het klonk. Alleen op vreemde hoogte. Rond het straatlicht dat met staalkabels boven de trambaan was gespannen dwarrelde een wolk donsveertjes omlaag, perfect oranje uitgelicht door de deinende zware lamp waar de eend tegenop was geknald. Hij fladderde luid snaterend een flink eind door, maakte ook luid snaterend een ruime zwenkbocht en liet zich toen nog steeds luid snaterend in het rattenslootje naast de trambaan vallen, de sloot waarin hij mogelijk ook al zijn kuikens aan diezelfde ratten heeft verloren. Hij schudt een paar keer zijn hele verenkleed op, alsof hij zich opdoft voor een gevecht, maar op puppycursus leerde ik dat hondjes na een stressmoment altijd even schudden, om de lichamelijke stress kwijt te raken. Drie seconden brrrrrllllllt alles door elkaar en ze kunnen er weer tegen. Nou lijken honden en eenden behoorlijk op elkaar, vooral in de zin dat je ze van veraf al hoort en dat ze hondsbrutaal om eten komen bedelen en alles onder kakken, dus waarschijnlijk schudde ook deze eend de stress uit zijn veren. Hij schudde nog een keer en nog een keer en zwom toen nog steeds compleet beduusd maar toch parmantig keihard rechtdoor, waar hem alleen maar het einde van de sloot zou resten, en de bushalte, waar ’s ochtends vaker wel dan niet de artefacten van een avond housen in De School staan. Canei, een plastic doosje waar perfect vier moorkoppen in hadden gepast, slagroomspuitpatronen, een lege fles wodka. Och eendje.